Wetsvoorstel ‘beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen aangenomen’
Wetsvoorstel ‘beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen aangenomen’
De Eerste Kamer heeft dinsdag 28 maart 2017 een wetsvoorstel aangenomen waarmee de omgang van de wettelijke gemeenschap van goederen wordt beperkt. Trouwen “in beperkte gemeenschap van goederen” wordt de nieuwe standaard. De huidige wet omtrent het huwelijksvermogensrecht dateert uit 1838 en wordt hiermee vervangen. Vermoedelijk treedt de nieuwe wet per 1 januari 2018 in werking. Het uitgangspunt van het nieuwe stelsel is dus de beperkte gemeenschap van goederen in plaats van de algehele gemeenschap van goederen.
Bij een algehele gemeenschap van goederen vallen alle bezittingen en alle schulden van de partners in de huwelijksgemeenschap, tenzij dat expliciet is uitgesloten door middel van notariele huwelijkse voorwaarden. Dat geldt ook voor erfenissen en schenkingen: in principe vallen deze binnen de huwelijksgemeenschap, mits hieromtrent andere afspraken gemaakt zijn of de erflater een uitsluitingsclausule heeft opgenomen in zijn of haar testament.
De nieuwe, beperkte gemeenschap van goederen houdt in dat het vermogen en de schulden voorafgaand aan het huwelijk, privé blijft. Alleen goederen die reeds vóór de aanvang van de huwelijk aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, vallen binnen de huwelijksgemeenschap, alsmede het vermogen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Ook ten aanzien van erfenissen en schenkingen die voor én tijdens het huwelijk verkregen worden, geldt dat deze in principe tot het privévermogen (blijven) behoren, tenzij hierover expliciet andere afspraken worden gemaakt. De huwelijksgemeenschap dient bij een eventuele echtscheiding verdeeld te worden.
De nieuwe wetgeving heeft als doelstelling modernisatie van het huwelijksvermogensrecht. Voorstanders van het wetsvoorstel vinden het tijd voor vernieuwing. De huidige wet dateert immers uit 1838 en daarnaast is algehele gemeenschap van goederen als uitgangspunt naast Nederland alleen nog te vinden in Suriname en Zuid-Afrika. De nieuwe wetgeving zou beter aansluiten bij de samenleving, waarin – helaas – 40 % van de huwelijken eindigt in een echtscheiding. Daarnaast is financiële onafhankelijkheid een steeds belangrijker principe in onze samenleving. Bovendien zit een partner in beginsel niet meer vast aan schulden die al voor het huwelijk ontstaan zijn.
Tegenstanders van het aangenomen wetsvoorstel bepleiten dat de financiële afwikkeling bij echtscheiding bij een beperkte gemeenschap van goederen een enorme ‘rompslomp’ wordt. Voor zover dat het nu ook al niet het geval kan zijn, brengt de voorgenomen wetgeving met zich mee dat een goede – tussentijdse – documentatie en registratie van essentiële vermogensbestanddelen bijgehouden dient te worden om onduidelijkheid bij een eventuele afwikkeling te voorkomen. Indien partijen dit niet kunnen aantonen, wordt het goed als gemeenschappelijk aangemerkt.
De nieuwe wetgeving zal alleen gelden voor nieuw te sluiten huwelijken; voor partners die voor de invoering van dit stelsel, zoals het nu lijkt 1 januari 2018, getrouwd zijn verandert er niets.
Stap goed voorbereid het huwelijksbootje in!
Laat u goed adviseren en informeren over deze nieuwe wetgeving voordat u (al dan niet) huwelijkse voorwaarden laat opmaken.
Kom samen met uw (aanstaande) partner langs voor een persoonlijk adviesgesprek met onze advocaat personen- en familierecht, de heer mr. D. P. van der Veer. De kosten van een (eenmalig) adviesgesprek van maximaal 60 minuten bedragen € 100,-.
Voor meer informatie kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen: telefonisch op nummer 024-360 66 20 of per mail peter.van.der.veer@nomeadvocaten.nl.