verbod op rookruimtes bij horecazaken

1 april 2020: verbod op rookruimtes bij horecazaken

Waar vroeger roken in het leslokaal de normaalste zaak van de wereld was, vinden veel mensen het tegenwoordig al niet meer normaal als iemand buiten op het terras een sigaret rookt. Dit komt met name doordat de negatieve effecten van tabaksrook op onze gezondheid de afgelopen jaren steeds sterker naar de voorgrond is getreden. Horecazaken mogen vanaf 1 april 2020 niet meer gebruik maken van rookruimtes.

Op grond van artikel 8 van de WHO-Kaderverdrag is de regering verplicht tot een effectieve bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook. In het kader van deze verplichting geldt sinds 1 juli 2008 een rookverbod in de horeca, met uitzondering van specifiek aangewezen rookruimtes. De Nederlandse niet-rokersvereniging CAN was van mening dat deze uitzondering niet strookt met artikel 8 van de WHO-Kaderverdrag en startte een procedure tegen de Staat. De Hoge Raad heeft in deze procedure op 27 september jongstleden de CAN in het gelijk gesteld. In het verdrag wordt gesproken over ‘indoor public places’. Gelet op het feit dat niet-rokers en werknemers rookruimtes in horecazaken kunnen betreden, maakt dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat specifiek tot rookruimtes aangewezen ruimtes ook onder ‘indoor public places’ vallen en derhalve onder de bescherming van artikel 8 WHO-Kaderverdrag vallen.

Het gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad is dat vanaf 1 april 2020 roken in horecazaken niet meer toegestaan is. Horecazaken mogen geen gebruik meer maken van rookruimtes. Horecaondernemers kunnen zich de komende tijd voorbereiden op het verbod. Vanaf 1 april zal de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaan controleren op rookruimtes en indien deze in strijd met het verbod aanwezig is, de horecaondernemer beboeten. De hoogte van de boete kan variëren van € 600,00 tot € 4.500,00 euro.